Pomona, Romeinse godin van de appels

Pomona was een Romeinse godin die de hoedster was van boomgaarden en fruitbomen. In tegenstelling tot veel andere agrarische godheden wordt Pomona niet geassocieerd met de oogst zelf, maar met de bloei van fruitbomen. Ze wordt meestal afgebeeld met een cornucopia of een schaal met bloeiend fruit. Ze lijkt geen Griekse tegenhanger te hebben gehad, en is uniek Romeins.

In de geschriften van Ovidius is Pomona een maagdelijke bosnimf die verschillende vrijers afwees voordat ze uiteindelijk trouwde met Vertumnus - en de enige reden waarom ze met hem trouwde was omdat hij zich vermomde als een oude vrouw, en Pomona vervolgens advies gaf over met wie ze moest trouwen. Vertumnus bleek nogal wellustig te zijn, en dus zijn de twee verantwoordelijk voor de vruchtbaarheid van appelbomen. Pomona komt niet voormaar ze heeft wel een festival dat ze deelt met haar man, gevierd op 13 augustus.

Ondanks dat ze een nogal obscure godheid is, komt Pomona's beeltenis veelvuldig voor in de klassieke kunst, waaronder schilderijen van Rubens en Rembrandt, en een aantal beeldhouwwerken. Ze wordt typisch afgebeeld als een lieftallige maagd met een arm vol fruit en een snoeimes in één hand. In J.K. Rowling's Harry Potter serie, Professor Sprout, de leraar Kruidenkunde -- de studie van magische planten -- heet Pomona.