Inhoudsopgave
De uitdrukking "Koninkrijk van God" (ook "Koninkrijk van de Hemel" of "Koninkrijk van het Licht") komt meer dan 80 keer voor in het Nieuwe Testament. De meeste van deze verwijzingen komen voor in de evangeliën van Matteüs, Marcus en Lucas. Hoewel de exacte term niet voorkomt in het Oude Testament, wordt het bestaan van Gods Koninkrijk op soortgelijke wijze uitgedrukt in het Oude Testament.
Koninkrijk van God
- Het Koninkrijk van God kan worden samengevat als het eeuwige rijk waar God soeverein is en Jezus Christus voor eeuwig regeert.
- Het Koninkrijk van God wordt meer dan 80 keer genoemd in het Nieuwe Testament.
- In de leer van Jezus Christus staat het Koninkrijk van God centraal.
- Andere namen in de Bijbel voor het Koninkrijk van God zijn het Koninkrijk der Hemelen en het Koninkrijk van het Licht.
Het centrale thema van Jezus Christus' prediking was het Koninkrijk van God. Maar wat wordt bedoeld met deze uitdrukking? Is het koninkrijk van God een fysieke plaats of een huidige geestelijke realiteit? Wie zijn de onderdanen van dit koninkrijk? En bestaat het koninkrijk van God nu of alleen in de toekomst? Laten we in de Bijbel zoeken naar antwoorden op deze vragen.
Het Koninkrijk van God definiëren
Het concept van een Koninkrijk van God is er niet in de eerste plaats een van ruimte, grondgebied of politiek, zoals in een nationaal koninkrijk, maar in plaats daarvan een van koninklijke heerschappij, heerschappij en soevereine controle. Het Koninkrijk van God is het rijk waar God oppermachtig is, en Jezus Christus Koning. In dit koninkrijk wordt Gods gezag erkend, en zijn wil gehoorzaamd.
Ron Rhodes, professor theologie aan het Dallas Theological Seminary, geeft deze hapklare definitie van het Koninkrijk van God: "...Gods huidige geestelijke heerschappij over zijn volk (Kolossenzen 1:13) en Jezus' toekomstige heerschappij in het duizendjarig rijk (Openbaring 20)."
De oudtestamenticus Graeme Goldsworthy vatte het Koninkrijk Gods in nog minder woorden samen als: "Gods volk op Gods plaats onder Gods heerschappij."
Jezus en het Koninkrijk
Johannes de Doper begon zijn bediening met de aankondiging dat het Koninkrijk der hemelen nabij was (Matteüs 3:2). Daarna nam Jezus het over: "Vanaf die tijd begon Jezus te prediken, zeggende: Bekeert u, want het Koninkrijk der hemelen is nabij" (Matteüs 4:17, ESV).
Jezus leerde zijn volgelingen hoe ze het Koninkrijk van God kunnen binnengaan: "Niet iedereen die tegen mij zegt: 'Heer, Heer' zal het Koninkrijk der hemelen binnengaan, maar degene die de wil doet van mijn Vader die in de hemelen is" (Matteüs 7:21, ESV).
De gelijkenissen die Jezus vertelde, verlichtten de waarheid over het Koninkrijk van God: "En Hij antwoordde hun: 'Aan u is het gegeven de geheimen van het Koninkrijk der hemelen te kennen, maar aan hen is het niet gegeven'" (Matteüs 13:11, ESV).
Evenzo spoorde Jezus zijn volgelingen aan om te bidden voor de komst van het Koninkrijk: "Bid dan zo: 'Onze Vader in de hemel, uw naam worde geheiligd, uw koninkrijk kome, uw wil geschiede, op aarde zoals in de hemel'" (Matteüs 6:-10, ESV).
Jezus beloofde dat hij opnieuw naar de aarde zou komen in heerlijkheid om zijn Koninkrijk te vestigen als een eeuwige erfenis voor zijn volk (Matteüs 25:31-34).
In Johannes 18:36 zei Jezus: "Mijn koningschap is niet van deze wereld." Christus bedoelde daarmee niet dat zijn heerschappij niets met de wereld te maken had, maar dat zijn heerschappij niet van een aards mens kwam, maar van God. Daarom verwierp Jezus het gebruik van wereldse gevechten om zijn doelen te bereiken.
Waar en wanneer is het Koninkrijk van God?
Soms verwijst de Bijbel naar het Koninkrijk van God als een huidige realiteit, soms als een toekomstig rijk of gebied.
De apostel Paulus zei dat het Koninkrijk deel uitmaakt van ons huidige geestelijke leven: "Want het Koninkrijk Gods is geen zaak van eten en drinken, maar van gerechtigheid en vrede en vreugde in de Heilige Geest" (Romeinen 14:17, ESV).
Paulus leerde ook dat volgelingen van Jezus Christus bij hun redding het Koninkrijk van God binnengaan: "Hij [Jezus Christus] heeft ons bevrijd uit het domein van de duisternis en ons overgebracht naar het koninkrijk van zijn geliefde Zoon" (Kolossenzen 1:13, ESV).
Zie ook: Vuurmagie Folklore, legenden en mythenToch sprak Jezus vaak over het Koninkrijk als een toekomstige erfenis:
"Dan zal de Koning zeggen tegen degenen aan zijn rechterzijde: 'Kom, jullie die door mijn Vader gezegend zijn, beërf het Koninkrijk dat voor jullie bereid is vanaf de schepping van de wereld.'" (Matteüs 25:34, NLT) "Ik zeg jullie dat velen uit het oosten en het westen zullen komen en hun plaats zullen innemen op het feest met Abraham, Izaäk en Jakob in het koninkrijk van de hemel." (Matteüs 8:11, NIV)De apostel Petrus beschreef de toekomstige beloning van hen die volharden in het geloof:
"Dan zal God u een grootse toegang geven tot het eeuwige Koninkrijk van onze Heer en Heiland Jezus Christus" (2 Petrus 1:11, NLT).Samenvatting van het Koninkrijk van God
De eenvoudigste manier om het Koninkrijk van God te begrijpen is het rijk waar Jezus Christus regeert als Koning en Gods gezag oppermachtig is. Dit Koninkrijk bestaat hier en nu (gedeeltelijk) in de levens en harten van de verlosten, maar ook in volmaaktheid en volheid in de toekomst.
Zie ook: Mozes verdeelt de Rode Zee Bijbelverhaal StudiegidsBronnen
- Het Evangelie van het Koninkrijk George Eldon Ladd.
- Theopedia. //www.theopedia.com/kingdom-of-god
- Kleine bijbelse definities , Ron Rhodes.