Inhoudsopgave
Het zal je misschien verbazen dat er inderdaad eenhoorns in de Bijbel voorkomen. Maar het zijn niet de fantastische, suikerspin-kleurige, glinsterende wezens waar we tegenwoordig aan denken. De eenhoorns uit de Bijbel waren echte dieren.
Eenhoorns in de Bijbel
- De term eenhoorn komt voor in verschillende passages van de King James Versie van de Bijbel.
- De bijbelse eenhoorn verwijst waarschijnlijk naar een primitieve wilde os.
- De eenhoorn is een symbool van kracht, macht en wreedheid in de Bijbel.
Het woord eenhoorn betekent gewoon "eenhoornig". Wezens die op eenhoorns lijken zijn niet ongewoon in de natuur. De neushoorn, narwal, en eenhoornvis hebben allemaal een eenhoorn. Het is interessant om op te merken, rhinoceros unicornis is de wetenschappelijke naam voor de Indische neushoorn, ook wel de grote eenhoornige neushoorn genoemd, die voorkomt in Noord-India en het zuiden van Nepal.
Ergens in de middeleeuwen werd de Engelse term eenhoorn een mythisch dier dat lijkt op het hoofd en het lichaam van een paard, met de achterpoten van een hert, de staart van een leeuw en een enkele hoorn die uit het midden van zijn voorhoofd steekt. Het is zeer onwaarschijnlijk dat de schrijvers en overschrijvers van de Bijbel ooit dit fantasiewezen in gedachten hadden.
Bijbelverzen over eenhoorns
De King James Version van de Bijbel gebruikt de term eenhoorn Al deze verwijzingen lijken te verwijzen naar een bekend wild dier, waarschijnlijk van de os soort, gekenmerkt door buitengewone kracht en ontembare felheid.
Numeri 23:22 en 24:8
In Numeri 23:22 en 24:8 associeert God zijn eigen kracht met die van een eenhoorn. Moderne vertalingen gebruiken de term wilde os hier in plaats van eenhoorn :
God bracht hen uit Egypte; Hij heeft als het ware de kracht van een eenhoorn. (Numeri 23:22, KJV 1900) God bracht hem uit Egypte; Hij heeft als het ware de kracht van een eenhoorn; Hij zal de volken zijn vijanden opeten en hun beenderen breken en hen doorboren met zijn pijlen. (Numeri 24:8, KJV 1900)Deuteronomium 33:17
Deze passage maakt deel uit van Mozes' zegening over Jozef. Hij vergelijkt Jozefs majesteit en kracht met een eerstgeboren stier. Mozes bidt voor Jozefs militaire kracht en stelt hem voor als een eenhoorn (wilde os) die de naties verslaat:
Zie ook: Wat betekent het Oog van de Voorzienigheid? Zijn heerlijkheid is als de eersteling van zijn stier, en zijn horens zijn als de horens van eenhoorns; daarmee zal hij het volk bijeen drijven tot aan de einden der aarde ... (Deuteronomium 33:17, KJV 1900)Eenhoorns in de Psalmen
In Psalm 22:21 vraagt David aan God om hem te redden uit de macht van zijn boze vijanden, beschreven als "de horens van de eenhoorns" (KJV).
In Psalm 29:6 doet de kracht van Gods stem de aarde schudden, de grote ceders van Libanon breken en "huppelen als een kalf; Libanon en Sirion als een jonge eenhoorn" (KJV).
In Psalm 92:10 beschrijft de schrijver vol vertrouwen zijn militaire overwinning als "de hoorn van een eenhoorn".
Jesaja 34:7
Als God op het punt staat zijn toorn op Edom los te laten, schetst de profeet Jesaja een beeld van een grote offerslachting, waarbij hij de wilde os (eenhoorn) indeelt bij de ceremonieel reine dieren die onder het zwaard zullen vallen:
En de eenhoorns zullen met hen neerkomen, en de bokken met de stieren; en hun land zal doordrenkt worden met bloed, en hun stof zal vet worden van vetheid. (KJV)Job 39:9-12
Job vergelijkt de eenhoorn of wilde os - een standaard symbool van kracht in het Oude Testament - met gedomesticeerde ossen:
Zal de eenhoorn u willen dienen, of bij uw kribbe blijven? Kunt gij de eenhoorn met zijn band binden in de ploeg? Of zal hij na u de dalen eggen? Zult gij hem vertrouwen, omdat zijn kracht groot is? Of zult gij uw arbeid aan hem overlaten? Zult gij hem geloven, dat hij uw zaad zal thuisbrengen, en het in uw schuur zal verzamelen? (KJV)Interpretaties en analyse
De oorspronkelijke Hebreeuwse term voor eenhoorn was reʾēm, vertaald monókerōs in de Griekse Septuagint en unicornis in de Latijnse Vulgaat. Het is van deze Latijnse vertaling dat de King James Version de term Eenhoorn, waarschijnlijk met geen andere betekenis dan "een eenhoornig beest".
Veel geleerden geloven reʾēm verwijst naar het wilde rund dat bij de oude Europeanen en Aziaten bekend stond als oeros. Dit prachtige dier werd meer dan een meter hoog en had een donkerbruine tot zwarte vacht en lange gebogen hoorns.
Zie ook: Heidense Goden en GodinnenOerossen, de voorouders van de moderne gedomesticeerde runderen, waren wijd verspreid in Europa, Centraal-Azië en Noord-Afrika. Tegen de jaren 1600 waren ze uitgestorven. Toespelingen op deze dieren in de Schrift kunnen afkomstig zijn van folklore over wilde ossen in Egypte, waar tot de 12e eeuw voor Christus op oerossen werd gejaagd.
Sommige geleerden suggereren monókerōs verwijst naar de neushoorn. Toen Hiëronymus de Latijnse Vulgaat vertaalde, gebruikte hij zowel unicornis en neushoorn. Anderen veronderstellen dat het om een buffel of een witte antilope gaat, maar het meest waarschijnlijke is dat de eenhoorn verwijst naar de oeros, die nu over de hele wereld is uitgestorven.
Bronnen:
- Easton's Bijbel Woordenboek
- Het Lexham Bijbel Woordenboek
- De International Standard Bible Encyclopedia, Revised (Vol. 4, pp. 946-1062).
- A Dictionary of the Bible: Dealing with Its Language, Literature, and Contents Including the Biblical Theology (Vol. 4, p. 835).